Als je het ziet ben je verkocht
De Rotterdamse haven bruist. Van containers, kranen en kolossale schepen natuurlijk, maar óók van carrièremogelijkheden. Alleen weten te weinig jongeren dat nog. Terwijl er in de haven en industrie inmiddels meer dan tienduizend vacatures wachten op goed opgeleid technisch talent. Hoe krijg je leerlingen, ouders en docenten zover dat ze de haven niet langer zien als een grauwe wereld ver weg, maar als een dynamisch werklandschap vol kansen? Deltalinqs en het EIC Mainport Rotterdam zetten alles op alles om die brug te slaan. “We moeten laten zíen wat er hier allemaal gebeurt”, zegt Antje Koster van Deltalinqs, “want als je het eenmaal ziet, ben je verkocht.”
Antje weet waar ze het over heeft. Al 25 jaar is ze actief in het HR-veld, binnen én buiten de haven. Sinds twee jaar zet ze haar ervaring in bij Deltalinqs, de ondernemersvereniging van de Rotterdamse haven. “Die haven zit gewoon in mijn systeem”, zegt ze. “Als je er eenmaal in werkt, kom je altijd weer terug.” Haar missie? Zorgen dat de sector toekomstbestendig blijft – en dat begint bij mensen. “Bedrijfsoverstijgende belangen pak je samen beter aan. En als het om personeel gaat, hebben we elkaar keihard nodig.”
Michiel Breijs staat sinds vier jaar aan het roer van het EIC Mainport Rotterdam, het Educatief Informatie Centrum dat jongeren laat kennismaken met de haven. Daarvoor stond hij twintig jaar voor de klas, later ook als adjunct-directeur in het basisonderwijs. “Toen ik op LinkedIn zag dat de EIC-directeur met pensioen ging, dacht ik: is dat iets voor mij? En dat was het zeker.”
Zijn liefde voor de haven kreeg hij met de paplepel ingegoten. Opgegroeid in Rockanje, tussen kinderen van ouders die loodsen waren of werkten bij grote havenbedrijven, bouwde hij al vroeg een netwerk op. Als puber verdiende hij zijn vakantiegeld bij ECT. “Toen ik bij het EIC begon, kwam alles terug. Die bedrijven, die namen – ik had ermee in de klas gezeten of kende ze van de buurt of van de hockey. Het voelde als thuiskomen.”
De magie van Portlantis
Die thuiskomst kreeg letterlijk vorm toen het EIC eerder dit jaar verhuisde van Rozenburg naar de Maasvlakte. Op 19 maart opende Portlantis: het gloednieuwe experience center voor de haven. Hier draait het niet alleen om kijken, maar vooral om beleven. Kinderen uit groep 6, 7 en 8 ontdekken waar hun sportschoenen vandaan komen, hoe stroom wordt opgewekt en hoeveel mensen en beroepen schuilgaan achter een schip dat aanlegt. “We planten zaadjes”, zegt Michiel. “Vanaf groep 6 weten kinderen dat ze geen prinses of ridder worden. Dan komt die vraag: wat dan wél? Wij laten ze zien hoe breed en belangrijk die haven is.” Het gaat niet alleen over techniek, maar ook over energie, duurzaamheid en innovatie. “We koppelen het aan de wereld om hen heen. Dan pas hebben we het over beroepen. En ook als ze nooit in de haven gaan werken, beseffen ze ineens: zonder haven geen televisie of computer.”
Dat besef is broodnodig. Het aantal jongeren dat voor een technische opleiding kiest, daalt al jaren. Tegelijkertijd worden er überhaupt minder kinderen geboren. “We krijgen gewoon minder leerlingen”, zegt Antje. “En van die groep kiest maar een klein percentage voor techniek.” Scholen spelen daar lang niet altijd goed op in, vindt ze. “Technische profielen met vakken als wiskunde, natuurkunde en scheikunde worden vaak ingeruild voor makkelijkere richtingen. Techniek wordt veel te weinig gestimuleerd. Iedereen wil tegenwoordig iets met marketing doen, of influencer worden. Dan lijkt de haven ineens minder ‘sexy’.”
Onterecht, benadrukt ze. “De haven ís de wereld om je heen. Dynamisch, internationaal, continu in beweging. Hier gaan innovatie en automatisering hand in hand.” Toch leeft er nog vaak een achterhaald beeld. “Veel jongeren – en hun ouders – denken nog steeds aan hard, vies werk. Maar dat is allang verleden tijd. De haven is schoon, hightech en grotendeels geautomatiseerd. En mbo’ers starten hier vaak met een beter salaris dan in veel andere sectoren. Dat verhaal moeten we veel beter vertellen.”
De deuren openbreken
Een van de grootste obstakels? Toegankelijkheid. “Door alle veiligheidseisen zijn bedrijven minder makkelijk te betreden”, zegt Antje. “Meer hekken, registreren… je loopt niet zomaar een controlekamer binnen. Terwijl we juist willen dat jongeren binnenkijken.” Want wat je ziet, blijft hangen. Michiel vult aan: “Een arts of politieagent kom je vanzelf tegen. Maar een procesoperator? Die zie je niet zomaar. Dus moeten we die wereld actief laten zien.”
En dat gebeurt. Met Port Rangers, bijvoorbeeld – een programma waarbij havenkenners de klas in stappen en het verhaal tot leven brengen. Of met bedrijfsbezoeken voor VO, MBO, HBO en WO, waarbij jongeren letterlijk over de drempel stappen. “We willen dat bedrijven hun deuren openen”, zegt Michiel. “Wij regelen de begeleiding, het verhaal – zo maken we het makkelijk.”
Ook scholen hebben het druk, zeker als het budget krap is. “Dan richten ze zich vooral op verplichte vakken – de rest mag geen gedoe zijn”, zegt Michiel. Daarom biedt het EIC alles kant-en-klaar aan: lesbrieven, gastdocenten, het hele pakket. En met dank aan Deltalinqs, het Havenbedrijf en diverse subsidies zijn die programma’s gratis of spotgoedkoop – inclusief een bezoek aan Portlantis voor dat extra wow-effect. “Zo wordt de drempel aan alle kanten verlaagd.”

Mainport Next
Het jaarlijkse hoogtepunt is het Mainport Next Event – een tweedaagse beurs vol actie, waar bedrijven, opleidingen en jongeren elkaar ontmoeten. Niet in een saaie beurshal met pennen en pepermuntjes, maar in de imposante onderzeebootloods op RDM Rotterdam. “Toen we vier jaar geleden begonnen, wilden we iets tofs”, zegt Michiel. “Iets wat blijft hangen. Iets aanstekelijks voor jongeren vanaf het tweede jaar van het VO, op alle niveaus – want in de haven hebben we iedereen nodig. November is hét moment, omdat ze dan moeten nadenken over hun profielkeuze en vervolgopleiding.”
En het werkt. Jongeren wekken al fietsend energie op, hangen aan een hijskraan, beklimmen een loodsladder of ontdekken hoe waterstofauto’s werken. “We zeggen tegen bedrijven: maak het leuk, maak er een spel van. En ondertussen praat je met jongeren over hun toekomst.”
De animo is inmiddels zo groot dat er vaak meer aanmeldingen zijn dan plekken. “Daarom willen we zoveel mogelijk bedrijven aan boord, zodat we echt alle hallen kunnen vullen.” En het effect reikt verder dan alleen de jongeren; ook docenten gaan met een frisse blik naar huis. “Zij worden zelf enthousiast”, vertelt Antje. “Ze nemen het mee de klas in, of komen later terug met hun eigen kinderen. Dat is precies wat we willen: dat het blijft hangen, dat het doorwerkt.”
De haven als dagelijks toekomstlaboratorium
Wat Antje betreft is er geen betere plek om te werken aan de grote vraagstukken van deze tijd dan de haven. “Als je echt iets wilt doen aan vergroening, moet je hier zijn. Hier is het dagelijkse praktijk. Bedrijven zijn continu bezig met energietransitie, elektrificatie, innovatie. Dat zie je nergens zo tastbaar als hier. En daar zijn mensen voor nodig – mensen die dat proces begeleiden, verbeteren, mogelijk maken. Ook dat zijn beroepen.”
‘Als je niks doet, weet je zeker dat er niks verandert.’
Toch blijft het voor bedrijven een uitdaging om jongeren mee te nemen in dat verhaal. Enthousiasme is er genoeg, maar ook personeelskrapte. “HR-afdelingen hebben hun handen vol”, weet Antje. “Het is logisch dat ze zich afvragen: Wat levert zo’n beurs of project mij op? Maar als je niks doet, weet je zeker dat er niks verandert.”
De focus ligt op jongeren, maar ook herintreders en carrièreswitchers zijn doelgroepen. “We doen veel verschillende dingen”, zegt Antje. “En bedrijven ook. Maar jongeren blijven de belangrijkste groep. Want als zij geen beeld hebben van de haven, kiezen ze er niet voor.”
Ze herinnert zich een bezoek van HR-studenten aan het havenbedrijf waar ze destijds werkte. “Ze kwamen voor een opdracht en ik gaf ze een rondleiding. Twee zeiden aan het eind: ik ga switchen. Ze waren zó gegrepen. Dat is precies wat we nodig hebben.” Michiel ziet hetzelfde gebeuren: “We voeren geen vrijblijvende campagne. We helpen jongeren richting geven. Ze moeten al vroeg keuzes maken. Wij zorgen dat de haven daarin tenminste een optie is.”
Voor Antje is het even simpel: jongeren moeten vooral een bewuste keuze maken. “Liefst natuurlijk voor de haven”, zegt ze met een knipoog. “Maar als het iets anders is, is dat ook goed – als ze er maar over nadenken. Dat is het belangrijkste. Dat ze beseffen: die haven is van ons allemaal. En daar gebeurt iets moois.”